Zo lang mogelijk thuis
de baas blijven

Ouderen blijven steeds langer thuis wonen. Niet alleen omdat er minder bedden beschikbaar zijn in het verpleeghuis, maar ook omdat ze dat zélf willen. Dankzij intensieve thuiszorg in samenwerking met de huisarts konden Paul (90) en Bep (89) van Mil lang samen zelfstandig blijven in hun woning in Munstergeleen. “Voor geen goud wilden we hier weg!”

Al 65 jaar lang delen Paul en Bep van Mil lief en leed in hun gezellige woning met de natuur vlakbij. “Mijn man was directeur van de VVV in Sittard”, vertelt Bep van Mil opgewekt als ze kwiek de woonkamer in loopt met koffie en iets lekkers voor haar gasten. “We hadden een geweldig gezond en rijk gevuld sociaal leven. Er was altijd vrolijkheid in huis met veel feestjes. Onze goede vrienden hebben we inmiddels allemaal overleefd. Dat maakt het leven nu af en toe wel zwaar.”

Maar samen met hun drie kinderen weet het echtpaar het toch prima te rooien. Totdat Paul in 2016 struikelt als hij een volle groenbak aan straat zet. “Met bebloede handen strompelde hij binnen”, herinnert Bep zich nog goed. “Hij was op zijn hoofd gevallen, en alle pezen in zijn handen waren afgescheurd.”

De eerste maanden na de val kan hij zijn vingers niet gebruiken. Ook blijft Paul wankel op de benen. Zuyderland Thuizorg helpt hem een half jaar lang twee keer per dag met wassen en omkleden. Daarna is Bep van Mil vastbesloten om het weer alleen te proberen. “We wilden zo lang mogelijk eigen baas blijven”, lacht ze. “Als je jezelf overgeeft aan een ander ben je niets meer. Nul. Zo voelt dat. En met mij is niks aan de hand, ik kon prima voor mijn man zorgen. Ons huis was ook al ingericht op de oude dag, compleet met inloopdouche en traplift. Ha-ha, die lift gebruikten we eerst vooral om zware koffers van beneden naar boven te krijgen.”

Laagdrempelig overleg

Ongeveer een jaar zorgt Bep van Mil voor haar man, met hulp van haar dochters en een zoon. Zijn gezondheid gaat intussen langzaam bergafwaarts. Door evenwichtsproblemen valt Paul regelmatig. Zijn vrouw kan hem niet meer alleen laten, maar heeft ook niet de kracht om hem te tillen. “Vaak schoot de overbuurman te hulp.”


Voor geen goud wil Bep van Mil haar man aan een verpleeghuis overdragen. In overleg met huisarts Roel Smeijsters en wijkverpleegkundige Marijn van der Linden wordt afgelopen zomer wel opnieuw intensieve thuiszorg opgezet. Huisartsenpraktijk Hartje Dorp in Munstergeleen en Zuyderland Thuiszorg werken intensief samen om kwetsbare ouderen lang thuis te laten wonen, maar wel op een verantwoorde manier.


Smeijsters legt uit: “Dat lukt alleen door de juiste hulptroepen te organiseren. En laagdrempelig overleg tussen de wijkverpleegkundige en de huisarts is cruciaal. De wijkverpleegkundige ziet en hoort als eerste hoe het thuis écht gaat. Of mensen nog wel vanuit hun stoel naar het toilet kunnen lopen bijvoorbeeld. Of mantelzorgers niet teveel zijn belast. Er is nauw contact met de fysiotherapeut en ergotherapeut. Ik kan veel overlaten aan de wijkverpleegkundige. Maar als ze aan de bel trekt, weet ik dat het ernst is en ben ik snel ter plekke. Dat geeft de mensen thuis ook vertrouwen.”


Marijn van der Linden en haar wijkteam helpen Paul van Mil met wassen, aan- en uitkleden en met de transfers van stoel, naar rolstoel, bed en andersom. Soms is het nodig een keertje extra te gaan. Bijvoorbeeld als er problemen zijn met de toiletgang. “Zonder thuiszorg had ik het nooit zo lang alleen gered”, zegt Bep van Mil. “Als ik bel zijn ze in een mum van tijd hier.”

Overbelast

Twee weken geleden maakte haar man een flinke smak op de salontafel. Voor wijkverpleegkundige Marijn van der Linden aanleiding om een ziekenhuisbed in de woonkamer te zetten en eens opnieuw goed met het echtpaar en de huisarts te praten. “Tijdens het gesprek kwam het hoge woord eruit”, vertelt Van der Linden. “De situatie thuis was te gevaarlijk geworden. Een verpleeghuis zou niet alleen beter voor meneer zijn, maar ook voor mevrouw. Zij was duidelijk overbelast.”


“Ik heb zitten huilen, huilen!”, verzucht Bep van Mil. “Dit had ik niet verwacht. Toen mijn dochter Lilian even later kwam, zei ze meteen: ‘Niks ervan, papa gaat niet naar een verpleeghuis.’ Ze is zelf ook verpleegkundige en heeft haar baan opgezegd om thuis in Susteren voor haar vader te zorgen. Bij haar krijgt hij een slaapkamer met badkamer op de begane grond.”


Hoe het straks voor Bep van Mil zal zijn? Dat kan ze niet goed inschatten. Wennen. Verdrietig. Misschien ook fijn. Ze is in elk geval vastbesloten om tot haar honderdste onder begeleiding van huisarts Smeijsters thuis in Munstergeleen te blijven wonen. “Dat is geen hoogmoed hoor, ik kan mezelf goed bedruipen”, klinkt het dapper.

Verpleegkundige Marijn van der Linden slaat glimlachend een arm om haar heen: “Af en toe kom ik wel nog binnenlopen om te kijken hoe het gaat. Ook dat is wijkverpleging.”