Eerstelijnsverblijf als verlengstuk van thuis

Ouderen die een operatie aan bijvoorbeeld heup of knie hebben gehad, moeten meestal enige tijd revalideren. Soms gebeurt dat vanuit het ziekenhuis. Een alternatief is het Eerstelijnsverblijf (ELV): tijdens een periode van maximaal drie maanden verblijven mensen in een zorginstelling en krijgen daar alle begeleiding die nodig is. Zoals bij Olympiastaete in Geleen, waar Zuyderland Zorgcentra een speciale afdeling heeft ingericht voor ELV.

Op het balkon van de eerste verdieping van Olympiastaete genieten enkele patiënten van het zonnetje. Straks brengen ze misschien nog een bezoek aan de kapper of de pedicure, dekken ze in de gemeenschappelijke eetruimte de tafel, eten ze samen en gaan ze dan terug naar hun appartement, dat is uitgerust met een keukentje en eigen sanitair. “Sinds 1 januari van dit jaar hebben we de groep van 22 ELV-patiënten op één afdeling gehuisvest”, vertelt unitmanager René Beenen. “Daarvoor werden ze over reguliere afdelingen in de zorgcentra verspreid. De nieuwe aanpak werkt goed. De patiënten komen hier terecht in een huiselijke omgeving, waar veel sociale interactie is en waar ze van elkaar kunnen leren. Dat maakt de overgang naar huis een stuk soepeler. Daarnaast staat er een heel team klaar om hen te begeleiden bij de revalidatie.”

Samen doelen stellen

Mensen komen in aanmerking voor ELV als ze vanwege medische redenen nog zorg nodig hebben, maar niet per se in het ziekenhuis hoeven te blijven. ELV is ook bedoeld voor mensen die tijdelijk extra zorg/verpleging nodig hebben, bijvoorbeeld kwetsbare ouderen met griep of waarbij het netwerk niet meer in staat is om mantelzorg te bieden. Het uitgangspunt is dat iedereen terugkeert naar huis. “Er zijn twee varianten ELV”, legt Dana Salden, beleidsadviseur Zuyderland Zorg, uit. “In de laag complexe variant is de eigen huisarts (of bij een te grote afstand de waarnemend huisarts) de hoofdbehandelaar. Bij hoog complexe zorg, als de patiënt ook andere aandoeningen heeft, is dat de specialist ouderengeneeskunde. Als mensen hier komen, wordt vastgesteld hoe lang ze blijven. In principe is dat drie of zes weken, of drie maanden. Eventueel is een verlenging mogelijk. Samen met de patiënt spreken we af wat hij of zij wil bereiken. Wat verwacht iemand weer te kunnen en wat is daarvoor nodig? De een wil thuis tien traptreden kunnen lopen, de ander wil van de stoel tot bij het aanrecht komen. Afhankelijk van de indicatie, krijgen patiënten tijdens het ELV verschillende soorten zorg: verpleging, verzorging, fysiotherapie, maar ook bijvoorbeeld ondersteuning van een ergotherapeut of een psycholoog.”

Korte lijntjes

“Het grote voordeel van deze afdeling is dat de behandelaars en het zorgpersoneel zorg op maat kunnen leveren”, vindt Beenen. “De lijntjes zijn kort, er is wekelijks overleg binnen het multidisciplinaire team en we stemmen alles af met de huisarts. Ook is het fijn dat de omgeving minder klinisch is. We proberen het ELV zo veel mogelijk een verlengstuk van thuis te laten zijn.”